Burgemeesters en de Raad

16e eeuw

 

In de stad Groningen is het dagelijks bestuur, het formele overheidsgezag en de algehele rechtsmacht in handen van burgemeesters en raad. Jaarlijks treedt op de feestdag van St. Petrus ad Cathedram (St. Petrus' Stoel, 22 februari) de helft van dit uit zestien personen bestaande college af. De vrijgekomen zetels worden op die dag ingenomen door acht nieuwe raadsheren, die op de 'keurdag' (8 februari) zijn gekozen. De acht 'oude' en acht nieuw gekozen raadsheren bepalen onderling welke vier van hen het komende jaar het burgemeestersambt zal bekleden. Van de vier burgemeesters behoren er twee tot de zittende raad, de twee anderen tot de nieuwe.

Het bestuurlijke jaar is in Groningen in vier kwartalen of 'panden' verdeeld. Het eerste pand loopt van St. Petrus' Stoel (22 februari) tot Pinksteren, het tweede van Pinksteren tot Vrijmarkt (8 september), het derde van Vrijmarkt tot St. Andreas (30 november) en het vierde van St. Andreas tot St. Petrus' Stoel. Elk van de vier burgemeesters bekleedt gedurende een van die panden het voorzitterschap van de raad. Voor het vaststellen van de volgorde waarin dat gebeurt schijnt geen vaste regel te zijn geweest. Bij het begin van het bestuurlijke jaar 1585-1586 tekent stadssecretaris Egbert Alting aan dat de burgemeesters hebben afgesproken of geloot -hoe het is gegaan weet hij niet- wie welk pand gaat 'bedienen'.

De 'presiderend burgemeester' treedt tijdens zijn pand op als hoogste vertegenwoordiger van de staat en is als zodanig het eerste aanspreekpunt voor externe relaties. Aan het einde van de 16e eeuw is het gebruik dat burgemeesters na afloop van hun twee ambtsjaren tot hoofdman gekozen worden. Zij vervullen ook deze functie weer twee jaar lang, waarna ze opnieuw naar de raad terugkeren en (meestal) ook weer burgemeester worden.

Na het verstrijken van hun zittingstermijn van twee jaar kunnen 'afgaande' raadsheren pas na een jaar weer in de raad worden gekozen. De zestien eerste- en tweedejaars raadsheren van de zittende raad worden samen wel 'nieuwe raad' genoemd ter onderscheiding van de acht oud-raadsheren die samen de 'oude raad' vormen.

Burgemeesters en raad zijn van oudtijds belast met de rechtspraak en het dagelijks bestuur en vergaderen vrijwel dagelijks. Als bestuurders zijn zij vooral de uitvoerders van eerder vastgesteld beleid en zijn daarom enigszins te vergelijken met het moderne college van burgemeester en wethouders.


Meer lezen:
Verder lezen. Samenstelling van het Gronings stadsbestuur in de 15e eeuw.
Verder lezen. De Gezworen Meente (16e eeuw)

Bronnen:
Jan van den Broek. Instelling: Groninger Archieven


Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten

voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.

Hoogeveen, 26 jan. 2010
Verhaal: © Harm Hillinga

Menu artikelenHomepage